De Nederlandse economie staat voor een voorzichtige maar stabiele groei, zoals blijkt uit de Voorjaarsraming van De Nederlandsche Bank (DNB) die afgelopen vrijdag werd gepubliceerd.
Volgens DNB zal de economie dit jaar met 0,5 procent groeien. Voor de jaren 2025 en 2026 wordt een groei van het bruto binnenlands product (bbp) van respectievelijk 1,3 procent verwacht.
De bank schrijft het vermijden van een economische neergang toe aan de veerkracht en het aanpassingsvermogen van de Nederlandse economie.
De beperkte groei in 2024 wordt voornamelijk gestimuleerd door hogere uitgaven van de overheid en consumenten. DNB merkt op dat zowel de reële loongroei als het consumentenvertrouwen stijgen, terwijl de werkgelegenheid toeneemt, zij het iets langzamer dan in voorgaande jaren.
Daarnaast dragen de stijgende huizenprijzen sinds vorig jaar bij aan de consumptie en daarmee aan de bbp-groei. De gemiddelde huizenprijzen zijn inmiddels weer hoger dan de vorige piek van juli 2022, wat de daling van de afgelopen twee jaar snel heeft gecompenseerd, aldus DNB.
Hoewel bedrijfsinvesteringen en export nog een remmende invloed op de groei hebben, verwacht DNB dat deze in de komende twee jaar zullen herstellen, waardoor de economische groei ook door het bedrijfsleven zal worden ondersteund.
De grootste risico’s voor de economie komen volgens DNB van internationale onzekerheden, zoals conflicten en oorlogen.
Inflatie, die twee jaar geleden nog piekte op 11,6 procent, zal naar verwachting dalen tot 2,8 procent dit jaar en volgend jaar. In 2026 zal de inflatie verder afnemen tot 1,8 procent, hoewel dit trager verloopt dan eerder geraamd door hogere energieprijzen, aldus de centrale bank.
Ook de kerninflatie, exclusief voedsel- en energieprijzen, daalt aanzienlijk. Dit jaar wordt een halvering van de kerninflatie verwacht, van 6,4 procent vorig jaar naar 2,9 procent. Voor 2025 en 2026 verwacht DNB respectievelijk 2,4 procent en 2,0 procent kerninflatie.
Volgens de Voorjaarsnota 2024 van het demissionaire kabinet zullen stijgende overheidsuitgaven de economische groei ondersteunen, maar tegelijkertijd het begrotingstekort doen oplopen. Van een tekort van 0,3 procent van het bbp vorig jaar, zal dit tekort dit jaar stijgen naar 2,4 procent. In 2026 dreigt het tekort zelfs op te lopen tot 3,7 procent, ruim boven de Europese norm.
Hoewel de overheidsschuld ruim onder de Europese norm blijft, zal deze stijgen van 47 procent naar bijna 51 procent in 2026.
De raming van DNB houdt geen rekening met het hoofdlijnenakkoord van de formerende partijen PVV, VVD, NSC en BBB. Een aanvullende doorrekening toont dat dit akkoord een beperkte positieve invloed heeft op de jaarlijkse economische groei tot en met 2028, met een plus van 0,1 procent. De maatregelen uit het akkoord verslechteren echter het begrotingstekort, dat in 2026 naar 3,8 procent stijgt en ook in 2028 nog net boven de 3 procent blijft.
Deze tekorten liggen aanzienlijk boven het door de Studiegroep Begrotingsruimte, waar DNB deel van uitmaakt, geadviseerde maximum van 2 procent. Dit zou nog een buffer bieden om trendmatig begrotingsbeleid te voeren. “Met zowel het huidige begrotingsbeleid als de plannen uit het hoofdlijnenakkoord is er geen buffer, wat de kans op ongewenst procyclisch beleid vergroot,” aldus DNB.